Thematentoonstelling streeksieraden Walcherse Pronk
Het Museum Arnemuiden kreeg de gelegenheid om een deel van een omvangrijke particuliere verzameling Zeeuwse streekdrachtsieraden tijdelijk ten toon te stellen. In de voormalige burgemeesterskamer blinkt u daarom nu het goud en zilver van de Walcherse dracht tegemoet.
Streekdrachtsieraden zijn deels een noodzakelijk onderdeel van de kleding. Zoals het oorijzer, met de gouden krullen aan de uiteinden, voor de vrouwen. Of de gouden keelknopen voor de mannen, waarmee het hemdsboord wordt gesloten, en de grote zilveren broek- en klepstukken die dienen als broeksluiting.De meerderheid van de tentoongestelde sieraden zijn echter bedoeld als verfraaiing van de kleding. Om mee te pronken dus. Vandaar de naam "Walcherse Pronk".
Het zijn de jongvolwassenen in streekdracht die graag pronken met goud en zilver. Zij werken al een aantal jaren, maar zijn nog niet verantwoordelijk voor een eigen huishouding. Dus is er (wat) geld voor opschik. Die dient om indruk te maken op de geliefde tijdens de koos en streeltijd. Het bezitten en dragen van luxe voorwerpen is wel gebonden aan sociale regels, maatschappelijke klasse en mode. Het bezitten van bijvoorbeeld een gouden voorhoofdsnaald is maar voor enkelen mogelijk. Maar het luxe hoofdsieraad is wel in de mode geweest vanaf begin 19e eeuw tot ongeveer 1875. Hoogtij van de pronk-mode is de periode tussen 1875 en 1925. De meeste voorwerpen komen dan ook uit die tijd.
Lang niet iedereen heeft het geld en de gelegenheid om pronkstukken te dragen en soms zelfs niet de noodzakelijke gouden krullen. Je moet het dan maar met een koperen oorijzer doen en minimale speldjes in de muts. De visleurster in het midden van de kamer getuigt van de grote armoede die lange tijd heerste in Arnemuiden. De arme ziel kan alleen maar bewonderend kijken naar al het moois. Wanneer het later economisch beter gaat wil men als het ware de schade inhalen en zich tooien met grote krullen en prachtige sieraden.
Ook de mannen weten zich te voorzien van pronk. Behalve de noodzakelijke gouden keelknopen en de zilveren broek- en klepstukken is er nog het boeren zakmes met zilveren of houten heft. In de broekzakken kan een zilveren horloge met ketting, tabaksdoos, sigarenkoker en -pijpje geborgen worden. Allemaal als het geld ervoor is en de sociale status. Al dit moois moet natuurlijk gemaakt worden en verkocht. De plaatselijke goudsmid verkoopt het en maakt veel ervan. Hij zorgt ook voor de reparaties van beschadigde onderdelen. Aan één kant van de kamer is gereedschap van deze ambachtsman te zien. Onder andere de ijzeren mal waarlangs het gouddraad voor de krullen gevormd wordt. Toch komen ook veel onderdelen of halffabricaten van buiten Zeeland. Op het beeldscherm is een filmpje te zien, waarin de goudsmid aan het woord komt.
Deze prachtige tentoonstelling is te zien in het Museum Arnemuiden. Openingstijden tot 1 nov. woensdag- en zaterdagmiddag. In juli en augustus ook op vrijdagmiddag. Verder op verzoek via de website of het telefoonnummer 0118 603242.
Tekst Liza van der Heiden.
Fotografie Margo Nije, Origin Media Venture.