Geschiedenis brandweer Arnemuiden
Het brandweerkorps van Arnemuiden wordt gekleurd door een rijke geschiedenis. Bekijk de video en lees de informatie nog eens rustig door. In het museum is in seizoen 2016 een thematentoonstelling ingericht, met vele objecten en foto’s over het brandweerkorps van Arnemuiden.
In archiefstukken uit de 16e eeuw wordt er al gesproken over een brandwacht in Arnemuiden. Open vuur werd in deze tijd veel gebruikt om zich bij te warmen en op te koken, maar ook voor veel ambachten en andere werkzaamheden was open vuur noodzakelijk. Onder andere in de zoutketen werd veel met vuur gewerkt in gebouwen die helemaal niet brandveilig waren. Op 6 juni 1566 woedt er dan ook een grote brand in Arnemuiden. Daarna roept het stadsbestuur van Middelburg de Arnemuidenaren op hun daken met hard materiaal te dekken. De brandwacht lopen was een plicht voor poorters en leden van de gilden.
De eerste archiefstukken waarin er een brandweercommissaris wordt aangesteld, dateren uit 1822. Hier is ook een reglement voor de organisatie van de brandweer bijgevoegd. We spreken in deze jaren over een plichtsbrandweer. Dit betekent dat het stadsbestuur mensen aanwees, die verplicht bij brand als brandweerman moesten optreden.
In 1822 wordt er ook een nieuwe brandspuit geleverd door brandspuitmaker P.C. Vervenne uit Middelburg. Omdat de brandweerslangen van hennep of vlas zijn gemaakt, hangen ze in de kerktoren, zodat ze kunnen drogen. In 1859 wordt er een nieuw brandspuithuisje gebouwd door Jacob Crucq. Het huisje komt naast de toren van de Nederlands Hervormde Kerk. Hier krijgt de brandspuit een plaats.
Deze brandspuit moest met de hand bediend worden en stond op een wagentje, waarvoor een paard gespannen kon worden. Soms komt er ook assistentie vanuit andere plaatsen. Bijvoorbeeld bij een grote brand in 1863 in de Langstraat. Een winkel en twee woningen gaan in vlammen op en ook het naastgelegen Stadhuis wordt beschadigd door de vlammen. De brandweermannen worden in die tijd beloond met een sigaar en een glas bier.
Na nog een tweede handspuit te hebben gebruikt, wordt in 1932 wordt de eerste motorbrandspuit aangeschaft. Maar vanwege de slechte staat van het brandweermateriaal wordt direct na de oorlog een tweedehandse Engelse motorspuit aangekocht voor 2250 gulden en uitrusting voor een bedrag van 750 gulden.
Als eerste gemeente in Zeeland krijgt Arnemuiden op 27 oktober 1948 een officieel brandweerkorps dat bestaat uit vrijwilligers. De nieuwe rekruten moeten op cursus om daar het brandweervak te leren. De brandspuit van het korps staat nog steeds ondergebracht in het brandspuithuisje op de markt. De ladders zijn ondergebracht bij aannemersbedrijf Jan de Hamer in de Appelstraat. Bluskleding, helmen en laarzen ontbreken. De eerste brandweercommandant was De Pree, de ondercommandant was Piet Janse Sr. en de plaatsvervangende commandant was Cees Boone. In augustus 1949 worden er voor het eerst 13 zwarte, stalen helmen besteld met leren neklappen en binnenwerk, en ook jassen en laarzen.
Om de manschappen op te roepen wordt gebruik gemaakt van de sirene op het gemeentehuis. Burgers konden een brand melden bij de commandant of één van de brandweermensen, zij hadden het bordje ‘Brandmelding’ op hun huis. Na het klinken van de sirene moeten de mannen eerst naar het gemeentehuis om hun uitrusting aan te doen, daarna naar de markt om de brandspuit op te halen en dan nog naar de Appelstraat om de ladders. Met name in het buitengebied waar dan nog geen brandkranen zijn, is het soms moeilijk om aan water te komen.
In 1954 komt eindelijk de lang verwachte, nieuwe brandweerwagen, een gereviseerde legerbus en een nieuwe motorspuit met een capaciteit van 2500 ltr. per minuut, een geweldige vooruitgang. De nieuwe burgemeester van der Heide wil graag de chauffeur zijn van dit nieuwe voertuig. De vooruitgang is niet meer te stoppen, want ook op Kleverskerke worden enkele mensen opgeleid tot geoefend brandweerman, zodat er daar een voorpost ontstaat met de beschikking over een “babyspuitje”. Deze voorpost wordt in 1959 alweer opgeheven.
De nieuwe brandweerwagen krijgt in 1958 een goed onderkomen, een garage op het Schorretje. Dit wordt de eerste echte brandweerkazerne van Arnemuiden, met een goot om de slangen te wassen en met een theorielokaal. Het geluk van de brandweerlui kan niet op. Maar op de terugtocht, na het winnen van een enorme beker bij een brandweerwedstrijd in Liempde, belanden de brandweerwagen en de manschappen in de sloot. De bus is niet meer te repareren. In 1960 komt er daarom een splinternieuwe Bedford.
Eind jaren 60 komen er veel jonge, nieuwe brandweermannen bij. Ze studeren graag, want Arnemuiden heeft in die periode de meeste gediplomeerde hoofdbrandwachten van de regio.
Op 23 februari 1977 komt er een nieuwe brandweerauto: een Mercedes 608D, die bij roepnummer de 46 genoemd wordt, later wordt dit de 630. De nieuwe wagen is uitgerust met mobilofoon, portofoons en een watertank van 800 liter.
Al snel wordt het uiterste gevraagd van het vakkundige korps en hun moderne materiaal. Helaas kunnen ze de monumentale molen Nooitgedacht niet redden. Hij brandt op 24 juni 1977 tot de grond toe af.
Begin jaren ’80 verandert er veel voor de vrijwillige brandweerkorpsen. Er komt een nieuwe brandpreventieverordening; als eerste plattelandsgemeente ontvangt Arnemuiden ook stilalarmontvangers, ook wel piepers genoemd; en er komt meer aandacht voor hulpverlening. Hier worden ook weer de nodige cursussen in gegeven en ook het arsenaal aan hulpverleningsmateriaal groeit. De huidige wagen beschikt niet over de benodigde ruimte en er ontstaat behoefte aan een hulpverleningsvoertuig. Op 17 juni 1988 gaat die wens in vervulling in de vorm van een Mercedes 307D. De wagen wordt de 670 genoemd. Dan ontstaat er een nieuw probleem, want met twee brandweerauto’s is de garage aan het Schorretje wel erg klein geworden.
De Arnemuidse gemeenteraad besluit daarom de oude garage te slopen en een nieuw gebouw neer te zetten op dezelfde plaats. Op 11 januari 1992 wordt deze splinternieuwe garage officieel in gebruik genomen door burgemeester Visser. In dat jaar komen er ook nieuwe pakken en nieuwe laarzen.
Steeds vaker wordt de brandweer ook ingezet om bijstand te verlenen bij een ongeval. Dit kunnen zijn: auto-ongelukken op de snelweg , het uit de sloot halen van koeien en paarden, het wegpompen van water bij een wolkbreuk of het voorkomen van ongelukken door afbrekende takken af te zagen bij een storm. Bij het geven van hulpverlening komen de brandweermannen vaker in aanraking met ongevallen met dodelijke afloop. Zo vinden er in 1992 en 1995 ongelukken plaats met sportvliegtuigjes op vliegveld Midden-Zeeland, waarbij doden te betreuren vallen.
In 1997 komt Arnemuiden onder Middelburgs bestuur. Ook de brandweerlieden komen nu in de dienst van de gemeente Middelburg. In dit jaar wordt er een nieuwe blusauto aangeschaft, een Mercedes, die het nummer 4530 krijgt, later 4534. Nadat het korps in 1999 overgaat in de stadsgewestelijke brandweer Middelburg/Vlissingen, wordt er ook een een verbindingscommandowagen gestationeerd in de garage. De auto krijgt het nummer 4292 en wordt ingezet bij grote branden en ongevallen om de verbindingen te regelen.
Vanaf 2000 rukt het brandweerkorps van Arnemuiden gemiddeld zo’n 80 keer per jaar uit. Voor branden, ongevallen en andere calamiteiten. Sommige ongevallen of branden blijven een brandweerman altijd bij. Bijvoorbeeld de brand op kerstavond 2007 boven een Chinees Restaurant in Arnemuiden, waarbij vier kleine meisjes om het leven komen. Ook recenter, de kettingbotsing in de mist in september 2014 waarbij vele voertuigen betrokken waren. Hierbij komt een brandweerman uit Middelburg en een inwoner uit Arnemuiden om. Brandweerman (of vrouw) zijn blijft mooi werk, maar het brengt ook verdrietige dingen met zich mee.
Ook in 2016 blijft het werk van de vrijwillige brandweer in Arnemuiden en vele andere plaatsen hard nodig. Zij bieden ons de snelle hulp in het geval van brand of een ongeval. De thematentoonstelling in 2016 is een eerbetoon aan alle vrijwillige brandweermensen die Arnemuiden in de loop van de jaren gehad en nu nog steeds heeft!